Kopafbeelding

Google                                                                 
Stuur een mail naar de Begeleidingsdienst voor Vrijescholen: P. van Meurs
Stel een vraag
Meten en maten deel:

 

           

De tijd

Een periodeverslag

Langzamerhand kwamen er steeds meer kinderen in de klas die een horloge om hadden. Geboeid werd er getracht om de twee bewegende wijzers te ontcijferen in een duidelijke tijd.

Het tijdsbewustzijn begon te ontwaken; een ontluikend bewust­zijn dat zich langzaam bewust wordt van de jaren, maanden da­gen en weken. In de kleuterklas was dit bewustzijn in het ge­heel nog niet aanwezig. De tijd was sterk gekoppeld aan de ritmes van dag en nacht.

"Als juf het verhaal verteld heeft dan gaan we spelen en dan komt mamma me halen."

"Is het vandaag schilder of tekendag"

"Over drie nachtjes ben ik jarig"

Een bewustzijn dat duidelijk gekoppeld is aan de verschillende ritmes in het leven. Wanneer de kinderen in de tweede klas komen merken we dat dit bewustzijn zich gaat verleggen. Los van de directe beleving kan de tijd nu ervaren worden.

Hoe kunnen we aansluiten op dit ontluikend bewustzijn. De sei­zoenen, de maanden van het jaar, de verschillende dagen van de week maar ook het lezen van de klok.

 

Men kan bij het lezen van de tijd natuurlijk ook denken aan andere manieren om de tijd te bepalen. Men denke daarbij aan de zonneklok, de zandloper, een chinees wateruurwerk. Allemaal zaken die in andere periodes aan de orde komen  Bijvoorbeeld tijdens de ontdekkingsreizen in de zesde klas of de sterren­kundepe­rio­de van de zevende klas.

Nog een ander aspect is het beleven van de tijd:

We weten dat de tijd op onze aarde op verschillende plaatsen niet gelijk is . Wanneer ik in Amerika woon is de tijd anders dan de tijd in Nederland. We kunnen met de kinderen dan spre­ken over de verschillende tijdszones, een onderwerp wat de b.v. in zesde klas aan de orde kan komen

Ook denk ik bij het fenomeen tijd aan het ervaren van tijds­duur. Soms lijkt een uur lang te duren. Wanneer je echter be­zig bent lijkt dit uurtje van korte duur te zijn. Of het bele­ven van de tijd waar je in staat. Hoe was het, hoe is het nu en hoe zal het zijn. In de vierde klas komt dit in de taalpe­riodes aan de orde. In de taal kunnen we een duidelijk tijd­saspect waar­nemen. In de jaren na de vierde klas wordt dit deel van het tijdsbeleven steeds meer uitgebreid en verfijnd.

De aandacht binnen het onderwijs voor de tijd begint in de tweede klas maar breidt zich natuurlijk in de verschillende peri­odes van de volgende jaren uit.

De tijd valt dus maar voor een deel onder het rekenonderwijs en heeft zijn takken in vrijwel alle "vakgebieden" die in de vrije school naar voren komen.

 

Tijd in de tweede klas:

Zoals hierboven al gezegd wordt er vaak in de tweede klas be­gonnen met de tijd. Vaak zie je een tweede klasser al met een horloge lopen om vermoeid een poging te wagen om te zeggen hoe laat het wel is. De klok die dan in de klas komt wordt dan ook met gejuich ontvangen, vooral als het een koekoeksklok is die elk half uur en heel uur even zijn roep laat horen  Het is daarbij boeiend om te zien hoe de kinderen eerst ver­rast wor­den maar later naar de hele uren toe gaan leven en hardop mee­tellen.

De tijd heeft in deze periode duidelijk twee kanten:

Ten eerste:   Het geven van kwaliteiten aan de tijd.

Men kan eenvoudig beginnen met gedichten en liederen die te maken hebben met de tijd maar vooral gedichten die kwaliteiten geven aan de tijden:

 Januari sneeuw en ijs

 schaatsen aan en dan op reis

 

 Februari in het woud

 sprokkelen arme mensen hout

 

 Alle vogeltjes in mei

 leggen in hun nest een ei

enz

Het was boeiend om een gesprek met de kinderen aan te gaan over elke maand en wat nu b.v. alleen maar in januari te zien is.

De seizoenen zijn dan ook geliefde onderwerpen om op deze ma­nier mee te werken, zelfs de dagen van de week kunnen hun ka­rakter krijgen

Ik ben in de klas begonnen met een gesprekje over de klok en ik vroeg aan de kinderen hoeveel uren een dag had. Natuurlijk wisten ze allemaal dat een dag 24 uur had. Een snugger ventje deelde me eigenwijs mee dat de klok dus 24 keer rond gaat voo­rdat er een dag voorbij is. "De grote wijzer wel" zei ik, "Maar hoeveel keer gaat de kleine wijzer rond?" Er werd gere­kend en het juiste antwoord 2 kwam al snel. De grote wijzer gaat dus een keer rond op de dag en een keer rond in de nacht.

Een keer zijn wij mensen wakker en de andere keer slapen we voor een groot deel.

Daarna ben ik de uren van de dag nagelopen.

"Hoe laat staan jullie op?" Leuk om al die antwoorden van de kinderen te horen. De ene staat om zes uur op terwijl een an­der rond achten opstaat. We kwamen er op dat de meeste kinde­ren rond zeven uur opstonden. Op het bord en in het schrift stond een cirkel verdeeld in twaalf segmenten die we genummerd hadden van een t/m 12. In het vakje zeven werd een kind gete­kend dat uit bed kwam.

Van daaruit hebben we gekeken naar alle uren van de dag.

Zo hebben we ontdekt dat er tijdens een dag eigenlijk twee klokken een rol spelen; de dagklok en de nachtklok. Twee keer gaat de klok rond. We hebben deze klokken beide getekend en de 'kwaliteiten van de uren bekeken: Wat doe je op die uren?

 

6 uur: De dag verschijnt, weg is de nacht.

7 uur: Wat pap zo zacht.

8 uur: Naar school gegaan waar meester voor de deur zal staan

9 uur: Zitten we in de klas.

10 uur: Schrijven we pas.

11 uur: Pauzetijd spelen maar

12 uur: De schildering is klaar

1 uur: De school is uit.

2 uur: Warme thee uit de tuit.

3 uur, 4 uur, 5 uur: Spelen maar

Om 6 uur is het eten klaar

7 uur: Een verhaal o, wat een pret.

8 uur : Slapen gaan snel naar bed.

van 9 tot 6 reizen we door sterrenland

en om 7 uur pakt vader weer de krant.

 

Uitgaande van hetgeen in zijn directe beleefwereld kent zijn we gaan oefenen met het 'lezen' van de tijd en de kant van de kwaliteit verdween wat uit het zicht.

 

Zingend en tellend komt de klok dan tevoorschijn.

De kinderen hebben gemerkt dat de kleine wijzer een keer rond gaat alvorens de grote een stap verder gaat.

 Grote wijzer:

"Ik ren rond een hele baan."die kleine heer

 Kleine wijzer:

"Ik maak een stap, ik doe het rustig aan

 die grote rent voor mij te rap.

 Hij een keer rond, ik een stap

 

Zo zijn we begonnen met het lezen van de klok. Eerst een vou­dig vanuit het bewegen en knippen en plakken om vervolgens te werken aan het kunnen lezen van de tijd.lopend over een grote klok die op de grond neergelegd was een zelf ge­maakt klokje dat de kinderen in hun schrift hadden.

Het was voor de kinderen en hun meester een boeiende periode vol verrassingen. Als slot een verhaaltjes die de kinderen, op de vraag:"wat doe je als je uit bed komt?", zelf geschreven hebben.